Donderdag 7 augustus:
Bij het opstaan vanmorgen en het buitenkijken uit het raam klonk het: 'hé, we zijn nog steeds in Las Vegas!”. De onwaarschijnlijke aanblik van de torens van Excalibur, van de grote gouden leeuw voor de MGM 'hotel and casino', de enorme parkings erachter, de vlieghaven, en de 2 x 6 banen brede 'Las Vegas Boulevard', waar de ganse nacht door autos over reden ... Even de verslagen van de vorige dagen uittypen en op de blog zetten, Christel die alles organiseert en de zakken pakt, en de kinderen die één voor één al dan niet goed wakker binnenlopen. Dan een ontbijtje op de kamer (met het sandwichbrood, de Nutella, pindakaas en de plakjes Kraft kaas ... niet té Amerikaans. Na het uitchecken zijn we (met uitzondering van Christel en Nathan) allen in het naburige New York New York hotel de rollercoaster 8-baan gaan uitproberen, die rond het hotel 'loopt'. Het was bangelijk. Ongeloofelijk hoog, duizelingwekkend snel, loopings en koprollen waar geen einde aan kwam, en je werd hard dooreengerammeld. Maar de kenners onder ons vonden het 'heel goed'. Dan de wagen genomen en naar Downtown Vegas gereden om even te wandelen in Fremont Street, een ouder stadscentrum dat minder groots en ongeloofelijk is dan 'The Strip', maar rustiger, ... wat ge'shop't, en koud water gekocht. Onderweg kwamen we menige kleine kerkjes of kapelletjes tegen, 'Wedding Chapels', waar je in deze of gene stijl kon trouwen, vermoedelijk zonder veel omwegen. Er zouden morgen 8/8/8 veel koppels die geloven dat deze dag geluk brengt, trouwen in Vegas, zei men ons. Knotsgek gewoon.
Dan onderweg naar Springdale, aan de ingang van Zion National Park. 250 kms langs een highway ... dat rijdt vlot. Het landschap veranderde van woestijn en een soort steppe, met verre bergen, en een kaarsrechte weg die ernaartoe leidt, 100 °F buiten, binnen airco aan volle kracht, naar een bergachtige canyon-achtige streek, met vooral spectaculaire zichten wanneer we door Virgin river Canyon reden: het was als een aperitiefje dat ons naar meer doet verlangen.
Aangekomen in de Best Western Zion Inn van Springdale, merken we weer dat deze keten echt wel heel goede hotels heeft. Vriendelijke mensen, mooie kamers, en een reuze zwembad. We genoten van het water – er was een 'spa' waarvan het water zo warm was dat zelfs Christel het 'te warm' vond. Na een douche en ons wat opkleden, zijn we naar een restaurant aan de overkant gegaan: 'Bit & Spur' genaamd, omdat we vonden dat we eens goed mochten gaan eten. Het was heel Mexicaans en dat was voor de meesten onder ons toch wel een teleurstelling. Niet slecht, maar ook niet 'onze meug'. Dat hebben we dan ook weer bijgeleerd.
Vrijdag 8 augustus: (08/08/08 !!!)
Na een vroeg ontbijt op de kamer, zijn we met de shuttlebus naar de ingang van Zion National Park gereden, om daar de 'Park-bus' te nemen. Je kan Zion NP vanuit verschillende hoeken benaderen: de eerste is om een weg in één van de voornaamste valleien van het park met de shuttle-bus te nemen en hier en daar af te stappen voor een wandeling. We hadden twee niet te lange tochtjes gekozen (rekening houdende met de kortste beentjes). De vallei zelf heeft een klein riviertje met op de bodem veel groen, eekhoortjes, hertjes enz ... en steile wanden van rode rotsformaties. Samen geeft dit mooie natuuruitzichten. Spijtig dat we de vallei op het einde niet verder konden volgen door dwars door of in de rivier te waden, zoals sommigen deden, maar we waren daar niet voor uitgerust. Er werd flink wat gelachen, dat wel. Zonder echt verblind te zijn door de schoonheid, vonden we het allen toch een mooie plek. En het feit dat de zon nog achter de bergen was, maakte de temperatuur draaglijk. Dan zijn we nog met de wagen door een ander stuk van het park doorgereden, op weg naar Bryce National Park, waar we in de namiddag aankwamen. De lucht werd wel meer bewolkt en dreigend, en de temperatuur zakte onder de 75°F. Bryce NP is een indrukwekkende en enorme 'verzameling' van een soort pilaren en eigenaardige rotsformaties uit rode steen, moeilijk met woorden te beschrijven. Het bezoek van het park zelf bestond uit het afrijden van een 18 mijl lange weg, waarlangs verschillende uitzichten op het landschap te zien waren. Een tocht tussen de rotsformaties in zat er gezien het weer en het latere uur niet in. Onderweg waren we nog aan het praten over het feit dat de wegaanduidingen hier niet zo goed waren als elders, en bijna terzelfdertijd zien we op 5 m voor onze neus een chauffeur twijfelen over welke richting hij nu zou moeten nemen, en 'bang', hij rijdt een andere wagen, die van links voor ons komt, in de flank. Een harde klap, maar gelukkig geen gewonden. Het scheelde een haar, of de andere wagen was op ons gebotst. We waren allemaal toch wel geschrokken! We reden de weg ten einde om, al terugkomende telkens van de uitzichten te genieten. Daarbij werden we achtervolgd door een onweer, met donders en bliksems en een enorm dreigende lucht, dat ons naderde en rakelings langs ons heen passeerde. We hadden meestal toch nog een spoortje zonlicht om de rode rotsformaties tegen een achtergrond van donkere wolken te zien. Op één plaats maakten we er een sport van om de bliksemschichten te proberen te filmen of te fotograferen. Christel is er vermoedelijk wel in geslaagd, en nadien ook Anne-Sophie om een bliksem op film vast te leggen.
We zijn de regen uiteindelijk voor gebleven en hebben Bryce nog met de juiste lichtinval enzo kunnen bewonderen. Dan op naar ons motelletje in Cannonville, een boerengat zoals we in Vlaanderen niet kennen. Stadjes hier, zijn heel anders van uitzicht dan bij ons. De straten zijn er minstens dubbel zo breed dan de Antwerpsestraat in 'Downtown Boom', de huizen minstens 50 m van elkaar verwijderd, enorme parkings overal, ... ruimte dat hier is. Het motelletje had een eigen tankstation en ook een eigen winkel, wat handig was voor het ontbijt dat in de winkel geserveerd werd en enkel koffie en toast met confituur bevatte. We konden dus vlot Cornflakes kopen en melk, om het ontbijt aan te vullen. De bedden waren niet queen-size (gewoon dubbel bed), maar king-size, wat betekent: 2,5 m breed op 2 m lang ongeveer. Ge vindt elkaar daar niet zo gemakkelijk in terug ... Na een korte verfrissing zijn we naar een pizza-tent gegaan, waar men niet alleen 'small' pizza's had, maar ook 'medium' (13 inch) en 'large' (15 inch) diameters verkocht. Nathan kreeg zijn medium pizza (die trouwens heel lekker was) maar met veel moeite op, Anne-Sophie had de hulp van Christel voor haar 13 inch maaltijd, en Manu (die ook nog een slaatje had verorberd) kreeg zijn bord (medium sized) niet op – nog niet dikwijls gezien! Men moet hier toch oppassen om niet teveel te eten ...
Zaterdag 9 augustus:
Van Bryce (Cannonville) naar Blanding, 450 km: denk nu niet dat je dat op 4 uurtjes doet, hé. Reken maar van 9,15 am tot 6.45 u pm! Hoe doe je dat? Simpelweg omdat de natuur je om de paar km verrast met een onbeschrijfelijke schoonheid, ruwheid en kleuren. De picnic duurde slechts 15 minuten, dus dat was zeker ook niet de reden van een ganse dag in de wagen. Van Cannonville dus over Escalante Canyons naar Torrey, om daar het Capitol Reef NP te bezoeken (rondrit in de auto). Tussen Torrey en Blanding ervaarden we de typische beelden van de Amerikaanse 'lonely route': een weg die door zeer mooie en onherbergzame streken gaat, met een mijlenver uitzicht en waarbij je over 300 km of meer geen 20 wagens tegenkomt. Dat kan je je bij ons niet voorstellen. Onderweg genoten we van rotsmassieven als 'The Castle' in rode zandsteen, 'petroglyphs' echte primitieve rotsrekeningen en de rode zandsteenstroming van de Fremont River, die met een TGV snelheid voorbijraast en zo het gesteente errond beeldhouwt. Verder bekoorden ons de Wayne Mountains, de Glen Canyon NP waar de Colorado River die zich een weg door baant en Natural Bridges National Monument: een paar natuurlijke bruggen langs de meanders van een zijtak van de Colorado.
Inchecken in het motel in Blanding en heerlijk, maar gejaagd gegeten in het restaurant Old Tymer. Tja, Amerikanen hebben geen eet-cultuur zoals de Fransen of wij en een paar uur in een restaurant zitten hoort er hier niet bij. Je moet hier trouwens langer op de 'bill' wachten dan op je eten. Daarna in de plaatselijke supermarkt wat proviand voor morgen ingeslagen, want wij houden er toch aan om groenten en fruit te eten, en op de eenzame wegen vind je niks, maar dan ook niks, zelfs geen Cola. In de restaurants hier krijg je steeds een glas water met ijsblokjes 'for free'. Voor Cola etc betaal je meestal je eerste beker, en kan je een 2e beker zelf gratis gaan bijtanken en voor koffie betaal je één vast bedrag en drink je zoveel je wil. Ze staan er hier meestal van te kijken dat wij enkel water bij 't eten drinken. Gezien we nu in Utah zijn, dé Mormonenstaat, is hier geen wijn of bier te krijgen, enkel NA. Je kan aan die Mormonen toch kop noch staart krijgen: zij zijn voor polygamie, maar tegen drank. Waar doe je nu 't meeste kwaad mee, hé?
NB: ondanks het feit dat we in het land van de technologie zitten, is de internet faciliteit hier niet altijd optimaal. Daarom lukt het ons niet om alle dagen of alle 2 dagen een bericht te posten.
zondag 10 augustus 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten