zaterdag 18 augustus 2007

4e verslag uit India

Zondag 12 augustus – vervolg:
Rond 3 u telefoon van de receptie: “there are two sisters here for you”! Wij naar beneden en daar zaten sister Nisha en haar medezuster. We brachten ze mee naar de kamer waar wij met zeven neergestreken waren. Zij hielden eraan om ons nog een geschenkje te brengen om de ontmoeting te herinneren: houten kleine olifantjes, houten ingewerkte onderleggers en een mooi bewerkte houten bestekhouder. Sister Nisha zou zuster Jeanne De Vos morgen briefen over onze ontmoeting en wij nemen nog contact op met de zusters.
Vervolgens trokken we er met de meisjes op uit en kochten in een klein winkeltje brood, confituur, yoghurt, honing, sinaasappelsap en koekjes voor het avondeten, dat voor de kinderen een waar festijn zou worden. Judith en Marie-Elise speelden onderweg nog in een klein parkje met speeltuin.

Maandag 13 augustus:
Vroeg uit de veren richting Mysore vertrokken. Deze keer was het naar Indische maatstaven een weg in zeer goede staat. Onderweg zagen we kinderen in schooluniform in 'legeropstelling' in rechte rijen de dagopening met het Indisch volkslied in te zingen. Dit gebeurt volgens onze gids elke ochtend. Je houdt het niet voor mogelijk. Tegen de middag kwamen we aan de ommuurde stad, een soort fort eigenlijk, van Tipu Sultan. We stopten aan de trapppen naar de rivier, waar de vrouwen de was en de afwas aan het doen waren. En mannen schepten er water in kruiken. De rivier had een enorme stroming. De verkopers van kaartjes, en andere gadgets zijn hier opvallend opdringerig. Misschien heeft dit wel te maken met onze 28 jaar jonge gids, die toch wel een andere houding aanneemt dan de imponerende – uit de Bramaan-kaste stammende – Joshi. Dan reden we naar het mausoleum en het zomerpaleis van Tipu Sultan. Dit laatste is echt het bezoeken niet waard. Als de schilderijen en andere tentoongestelde stukken binnenin de moeite waren, konden wij het toch niet zien bij gebrek aan belichting.
Daarna reden we richting Mysore, waar we incheckten en een duik namen in het zwembad. Dan weer ingerukt voor een visite aan het paleis van de maharadja, één van de meest buitengewone paleizen van heel India. Als die mannen niet aan grootheidswaanzin lijden ... ! Alles is er mega-groot, mega-kitcherig, mega-kleurrijk en mega-duur. Deuren in zilver van 4 m hoog, een aparte trouwhall, tronen met goud en zilver versierd, alles afgewerkt met muurschilderingen, mozaiek en gebeeldhouwd hout. Allé, hij heeft op gene frank gezien! Er was zelfs een enorme tribune, voor de maharadja en zijn gevolg, om optochten met olifanten door de hoofdlaan van het 'paleiselijk' park te aanschouwen. Vervolgens Chamundi Hill opgereden, waar een tempel aan de godin Parvati gewijd was. Dan de derde grootste stier (Nandi, vervoermiddel van Shiva) gaan bekijken: een enorme blok graniet, versierd met bloemenkransen en andere versieringen. Via een winkeltje in zijde naar de Devaraya market, in de boeken beschreven als één van de mooiste van Zuid-India met prachtige groentekramen, kleurenpoeders om versieringen op de grond mee aan te brengen, diverse bloemen en bloemenkralen, bananenblaren (hier serveert met het eten op), etc. Een overvloed aan geuren en kleuren, martgeluiden en animositeit. Een fantastische ervaring. De politie patrouilleert rond deze markt te voet en te paard en bij het wegrijden hield één ervan ons busje tegen en moesten er steekpenningen gegeven worden opdat ze ons zouden doorlaten. De gids deed dit eerst af als 'no problem', maar wij begrepen toch dat er iets niet snor was. Toen kregen we een tipje van de sluier opgelicht: het feit dat de wagen uit Tamil Nadu komt (een andere staat) is voor de politie een aanleiding voor het voeden van hun corrupte handel. De verstandhouding tussen beide staten ligt blijkbaar wat moeilijk.
Ondertussen was het 7 uur en zijn we gaan eten in een restaurantje, waar Judith bijna in slaap viel. Dan snel naar het hotel, waar de vijf kinderen nu te slapen liggen. Want morgen gaan we naar de jungle.

Dinsdag 14 augustus. Naar Mudumalai
Na een (teleurstellend) ontbijt in het glamour hotel en de krant doorgenomen te hebben, verlieten we Mysore op weg naar Mudumalai. Onderweg namen we even een kijkje op een plaatselijke groentenmarkt. De mensen waren geïnteresseerd in Anne-Sophie's videocameraatje. Kort daarop staken we de grens Karnataka – Tamil Nadu over en belandden we in het Mudumalai Wild Life Sanctuary (reservaat), benieuw of we dieren zouden te zien krijgen. En ja hoor, Manu zag een wilde mannetjesolifant en later zag Anne-Sophie er ook nog één. Verderop nog twee olifanten met een kleintje, pauwen, apen (één heel bazige die alle bananen en brood dat we hem toesmeten, opvrat) en herten aan het water. 's Middags kwamen we aan in het hotel. Het leek een paradijs op aarde. Centraal een soort van grote hut, met een bar, waar alle trekkers, trotters en toeristen iets drinken, met elkaar aan de babbel geraken of hun tocht plannen. Daarrond veel groen en wandelpaadjes die leiden naar de verschillende bungalows. Wij hebben twee 'luxe-bungalows' die groot zijn, met drie bedden, een badkamertje en vooral een waterkoker en thee en suiker (en koffiepoeder). Een derde was veel primitiever: een bamboe-cottage, volledig opgetrokken uit bamboe, met een bed met een groot muggennet erover en met een douche buiten, beschermd door een 2 m hoge muur errond. Komt veel avontuurlijker over dan de anderen. Zittend vanop ons terrasje kijken we tegen de Nilgiri hills (blauwe bergen) aan. Schitterend zicht. Een dicht bebost gebied met vlakte's waar weelderig tiert, met struiken met oranje en roze bloempjes (die enkel in augustus bloeien, wat zijn wij toch 'chancards'), bamboe en groepjes bomen ertussen. Wij hadden ons de jungle wat anders voorgesteld. De gids had een olifantenrit gereserveerd. Twee dieren, waarbij het anderhalf uur duurde eer ze opgetooid waren (Indiaas gemis aan efficiëntie – de olifanten stonden niet gezadeld klaar op het afgesproken uur, de eerste kwam een half uur later aan en moest dan nog in slow motion klaargemaakt worden, de tweede verscheen meer dan een uur te laat op de afspraak - we geraken er toch moeilijk aan gewend; '10 minutes' is al gauw meer dan een half uur). Terwijl we wachtten, stonden we verbaasd te kijken naar de enorme olifanten-erectie: bijna een vijfde poot, slingerend over de grond! Probeer daar maar eens achter een 'elefant-cow' (vrouwtjesolifant) te lopen. De rit op de olifant zelf stelde eigenlijk niet veel voor; we troostten ons met de gedachte dat de overheid hier zoveel geld voor vraagt om het olifanten'camp' ermee te financieren. Wat nadien alles compenseerde, was de olifanten 'car-wash' nadien te bezoeken. De olifantenmenners brengen hun kolos in de rivier waar de beesten zich graag neervleiden in het verkoelende water voor een heuse schrobbeurt. Op bevel heffen ze nu eens de slurf, dan weer een poot op om geschrobt te worden. De kolossale uitwerpselen dobberden tussen de beesten door en dreven af naar de wasplaats van de lokale mensen die zich daar baden, hun kleren wasten en de afwas deden. Het zijn toch toestanden! Wij geraken hier niet op uitgekeken. De mensen komen er ook (drink)water scheppen. Als je weet wat een volume's de olifanten kunnen uitplassen (een echte stroom tussen de benen), dan zal het eten er wel wat van weghebben. Hier zou Christel mensen met smetvrees een shock-therapie kunnen geven. Vervolgens gingen we '5 minutes' naar het festijn van Babette (van Babar?) kijken: het voederen van de verzamelde tamgemaakte olifanten van het olifantenkamp.
Eerst keken we vertederd naar een klein babieolifantje, met veel zwart donshaar, dat in een klein kooitje gehuisvest was. Daarnaast was de olifantenkliniek waar de dierenarts zijn medicijnen heeft.
Van de +/- 30 olifanten uit dit kamp, temidden van het reservaat gesitueerd, staat op een groot bord de naam, leeftijd, datum van gevangenneming, geslacht en dieet- (zout, suiker, graan, rijst, koko's ... tot op de 100 g nauwkeurig) en medicatievoorschriften genoteerd. Het voedsel stond per olifant gerangschikt op een grote tafel en werd tot enkele massale bollen ter grootte van een voetbal gekneed door de olifantenmenners. Elke olifant heeft zijn baasje. Die brengt de etens'bal' dan tot aan de olifant, die zijn slurf opkrult en zijn muil opent. Dan stopt de man de grote bal in de mond van de kolos, die het dan opsmakt. De oudste olifant van het park werd in 1945 gevangen en is 73 jaar oud. Vele beesten zijn tussen de 30 en de 55 jaar oud. Er was ook een tweeling, die broederlijk naast elkaar op hun plaatsje stonden en elkaar af en toe gemoedelijk aanraakten. Ze leken inderdaad op elkaar zoals Robert en Jean! De grootste van de bende heette Mudu Malai, naar het plaatstelijke dorpje. Deze reus was ooit een mensendoder, 22 heeft hij op zijn kerfstok, en in de staat Karnataka was een order gegeven om hem te doden, tot hij de grens overstak en in dit kamp terechtkwam. Hier werd hij afgericht en verzorgd. Daarna reden we terug naar het hotel. We hadden een lokale gids mee, specialist van de fauna en flora hier. Onderweg toonde hij ons ver in de jugle bizons, herten en een wilde mannetjesolifant, die wij zelf niet zouden opgemerkt hebben. Indianen zouden hem 'arendsoog' noemen. Wat een scherpe blik. En toen ... merkte hij een luipaard in het struikgewas op 10 meter van onze wagen. Sensationeel! Oog in oog met het dier, door de open ramen. Bani, die hier al meer dan 4 jaar komt als gids, was buiten zichzelf van vreugde en deed een dansje in de bus. Het dier keek ons even strak aan, draaide zich om en verdween in het dichte struikgewas. Wij bleven nog even kijken, en nagenieten. De lokale gids zei: 'you're a lucky family!'.
Om half acht 's avonds treedt hier het duister in. En uurtje later was er een adembenemende sterrenhemel te zien, vanwege de afwezige lichtvervuiling hier. Ontelbare sterren, een paar vallende exemplaren, en de melkweg was schitterend helder te zien. Binnen liep een salamander over de muur van de cottage. Geen probleem. (De volgende morgen zou Nathan trouwens bij het verwijderen van een kadertje aan de muur een witte muis ontdekken, die we gelukkiglijk vlot de deur uit kregen.)
Vroeg in bed, want morgen gaat de wekker om 5 uur af.

Woensdag 15 augustus, moederkesdag en Indiase nationale feestdag (60 jaar onafhankelijkheid)
Vroeg uit de veren voor de 'jungle'trekking. Het was nog donker. Nathan en Anne-Sophie, die ingesmeerd tegen de muggen en onder een muskietennet in een bamboehut ondergebracht waren, hadden een slechte en koude nacht gehad. Vannacht zullen ze binnen slapen. Met twee 'Mariekes' (= koekjes) in de maag en een tasje thee of koffie (in de bungalow gezet) stonden we om 6 uur klaar voor de tocht. Onze Indiase gidsen (Bami + lokale gids + 2 extra mannen) brachten ons met de Jeep naar de vertrekplaats van de voettocht, in de jungle. Ondertussen was de zon al boven de horizon uitgekomen. Onze schoenen waren al gauw doorweekt van het stappen door het bedauwde gras. 'Arendsoog', de natuurgids, toonde ons sporen van olifanten en van een zwarte beer, die hier en daar in de grond naar larven had gegraven, nog niet zo lang geleden. Vervolgens merkte hij herten en wat later wilde olifanten op. Eerst een moeder met jong. De moeder stond zich op te warmen in de zon terwijl het kleintje in de nabijheid graasde. Wat later zagen we nog een jong mannetjesdier in hun nabijheid toeven. We bleven er minutenlang in stilte naar kijken! De tocht liep verder door de natuur. We genoten van het gezang van de vogels, en van verschillende mooie vogeltjes, zoals een groene op een papegaai lijkende 'bijeneter', waarbij de binnenkant van de vleugels oranjekleurig was. Later toonde de gids ons nog de plaats waar 2 dagen voordien een luipaard een dier (koe of hert zo) had gedood, door de struiken gesleept en op twee plaatsen opgepeuzeld. Het kadaver en ingewanden werd er door vliegenzwermen verder uitgebeend. Wachtend op de Jeep, maakten grote (sommigen zo groot als Judith) 'langoor'apen een hels kabaal en slingerden ze spectaculair van boom naar boom, hoog in de takken. De Jeep reed ons naar het plaatselijke schooltje, waar de kinderen en alle dorpsgenoten opgetut samengekomen waren om de nationale feestdag te vieren. Wij waren de eregasten. We kregen allemaal een India vlaggetje (groen, wit en oranje, met middenin het wit een soort wiel) opgespeld. In de klasvertrekken, die we bezochten, stonden houten stapelbedden zonder matras en uiterst eenvoudige banken, een versleten klasbord, en zelfs een strafstok. Een paar oude posters met de nationale helden, een wereldkaart en een poster met het maagdarmkanaal, en één met het urinair systeem (geweldig! vond Manu). We namen plaats op banken naast de lokale bevolking, om de openingsceremonie met gezang en de leerlingen vanhet schooltje in militaire opstelling rond de vlag mee te maken. Vooraan stond de directeur van de school met de dorpsoudste. Plechtig moment was het trekken aan het vlaggetouw, waardoor de vlag moest openplooien en een handvol oranje bloempjes naar beneden viel. Applaus! Dan werden wij geacht aan alle leerlingen snoepjes uit te delen (onze gids had dit geregeld). We deelden de vooraf gekochte snoepjes uit aan alle kinderen. Vervolgens brachten leerlingen gedichten, zang en dans (een mooie dans van de lokale bergstam, en op 'Barbiegirl' – speciaal voor ons – een dansje door de kleuters). Het was enerzijds een uniek gebeuren, maar anderzijds voelden wij dit aan als een situatie waarbij we ons verveeld voelden. We werden in het middelpunt van de belangstelling gezet als zeer rijke westerlingen die Sinterklaas kwamen spelen. Eén van de grootmoeders zei over ons tot één van haar kinderen 'money, money, money'! De discrepantie tussen de blootsvoets en sjofel gekleden kinderen en ons hoog toeristengehalte met twee fototoestellen en camera was inderdaad schrijnend. Voor hen leek het een hele eer dat wij aan de plechtigheid deelnamen, maar tergelijkertijd maakte het ons veel té belangrijk. Ze hadden zelfs zes blauwe plastic stoelen voor ons klaargezet op de ereplaats, met een tafel ervoor alsof we de jury waren. Wij wezen deze ereplaatsen zeer vriendelijk af. Na anderhalf uur (ten 'Indian' minutes) ontsnapten we aan de ceremoniële verplichtingen, want het was al 10u30, we waren al meer dan 5 uur op, en hadden nog geen ontbijt tussen de kiezen. We beseften echter wel dat dit voor velen hier (het gebrek aan) dagelijkse 'kost' moet zijn. In het hotel lieten we ons even gaan en smulden van heerlijke vers gebakken pannekoeken met suiker of met banaan. En dan tijd om te luieren en voor Nathan en Judith wat bij te slapen. Onze schoenen en sokken (waar het water uitliep), laten we drogen in het zonbeschenen gras.
's Middags zo laat mogelijk gaan eten in de centrale ontmoetingsruimte. Een buffet met toch wel wat verwesterde 'Indiase' keuken, die wel geapprecieerd werd. Daarna doken Anne-Sophie, Ruth-Marie, Marie-Elise en Manu even in het zwembad: fris maar eens je erin zit zeer aangenaam. Op de terugweg kwamen we een wat kleine, bleke en raar opgetutte dame tegen, met dikke bril, waar de meisjes van schrokken: 'hé, dit is Kelly Osbourne!' - een licht gestoord Hollywood personnage. Er wordt gefantaseerd over haar te fotograferen en de kiekjes naar de Joepie door te sturen (en daar heel veel geld mee verdienen). De shoot van het jaar! We amuseren ons wel. Tegen 17 uur moesten we klaar staan voor een 'Jeep-safari'. We dachten dat we met de Jeep zouden rondrijden op kleine zandweggetjes en junglepaden om zo de dieren bij het vallen van de avond van nabij te kunnen zien, maar blijkt dat de secundaire wegen hier verboden zijn. We doorkruisten dus de vier hoofdwegen van het park, traagjes in Jeep, de grote meisjes rechtop achteraan in de wagen, rechtopstaand, met de haren in de wind (de beste haardroger die er is, vond Ruth-Marie). Het probleem is dat er ook veel bussen en kamions die wegen gebruiken, en ... toeteren als ze je voorbijsteken. We zagen hertjes, apen, en éénmaal heel ver tussen het struikgewas en de bomen een kudde Indiase bisons. Donkerbruine vlekken tussen het groen, met af en toe een kwispelende staart en zeldzaam een hoofd dat even verschijnt, maar dat enkel met de verrekijker goed te zien is. De olifanten in het dorp hadden we al gezien; niks aan want het zijn de tamme en bereden dieren. In het donker zagen we nog, in het licht van de autolampen een bizon van heel dichtbij (een 'apa', zoals zij dit noemen, volgens de kinderen helemaal de 'apa' uit tekenverhalen van Nickelodeon). Die Jeep safari is toch wel een vorm van geldklopperij, die niet veel inhoudt. Maar ja, als we hier zijn en men zegt ons dat dit één van de 'to do' dinges is, dan doe je dat, niet? 's Avonds weer een heldere sterrenhemel. Nathan probeerde met het fototoestel een foto van de sterren te nemen, wat niet helemaal wou lukken. We aten in de bungalow een sandwich (vorige week lazen we hier op een menu kaart in de woestijn 'sand – witch') met ananaskonfituur, honing, banaan en appel. Mmm ! Onze gids begrijpt maar niet dat we niet liever 2 x per dag in het restaurant warm gaan eten.
We trachtten verschillende malen een sms te sturen naar onze moeders / grootmoeders om hen een gelukkige moederdag toe te wensen, maar er is hier geen dekking van het GSM-netwerk. Ook een 'gewone' telefoon kan niet. We zullen morgen in Ooty of Conoor opnieuw proberen.

Donderdag 16 augustus: naar Conoor
Daar we slechts om 9 uur zouden vertrekken, hadden we een rustige aanloop tot onze busrit. We genoten bij het ontbijt van de pannekoeken met suiker of met banaan. En dan een staaltje Indië: de was. Daags voordien hadden we na onze ochtendsafari en ceremonie op de school gevraagd of de was tegen 's avonds kon gedaan worden, want dat we de volgende ochtend zouden vertrekken. Het antwoord: 'no problem, the weather is OK, so it will be dry'. Dus een heel pak was afgegeven. 's Avonds kregen we te horen dat het pas de volgende ochtend zou klaar zijn. Als we tijdens het ontbijt vroegen naar de was en ook naar de eindafrekening, was het antwoord nog steeds 'no problem'. Na het ontbijt kreeg Manu op de receptie te horen dat de was er 'over 5 minuten' zou zijn. Ondertussen liepen Christel en de meisjes de vrouwen tegen het lijf, die onze zak met was droegen. Christel reageerde, en zij zeiden dat deze nog moest gestreken worden en 'over 1 uur' zou klaarzijn. Ondertussen weten we dat 5 minuten een half uur is, een half uur minstens een uur, etc. De strijk zou nooit over 1 uur klaar zijn, en wij moesten over 10 minuten vertrekken! Tot grote ergernis was bovendien een deel van de was nog zeer vochtig en alles verkreukt in de zak gefropt. Kalm blijven is de boodschap, assertief zeggen dat men iets van de prijs moet doen, en dan ons reppen om de was even te plooien, in de valiezen te stoppen en met vertraging te vertrekken. We raken er maar niet aan gewoon (we hebben lang niet alle anecdote's genoteerd). Dan op weg naar Conoor, via Ooty, stopten we in de bergen op het 'bere-uitzichtpunt'. Het is een kleine parking aan een bocht, waar een kleine uitkijkpost is gebouwd, van waaruit men een mooi zicht heeft op de vallei en waar men blijkbaar vaak aan de overkant beren kan waarnemen. Wij tuurden onze ogen uit onze kassen, maar konden geen Baloe, noch enig ander groot beest waarnemen. Wat we wel aanschouwden, waren mooie gele en blauwwitte grote vlinders, die soms konden zweven. We trachtten ze tevergeefs op foto vast te leggen. Ooty, 'the queen of the hillstations' zoals de Britten het noemden, was vroeger één van de geliefde koele toevluchtsoorden voor de Britten om aan de hitte te ontsnappen. Een chaotisch stadje, vuil, en stelde niet veel voor. De plaatselijke specialiteit daarentegen, chocolade, hoewel niet opgewassen tegen onze Belgische chocolade, lieten we ons welgevallen. Dit is trouwens de enige plek in India waar je chocolade kan kopen en eten zonder dat deze in je handen smelt. De gids stelde ons een lokale 'coffee shop' voor waar we een snack konden eten, ondertussen zou hij buiten aan de wagen wachten. De koffie was heerlijk doch toen we evenwel buiten kwamen was noch de gids, noch de chauffeur te bespeuren. Nathan slaagde er zonder enige moeite in om een schuifraampje van de minibus te openen en Judith naar binnen te hijsen. De veiligheid van onze spullen in de wagen was weer een illusie die we armen waren. Toen we een paar minuten later een opmerking maakten over zijn niet gevolgde afspraak, praatte hij er zich eruit dat hij alles had gezien en dat hij aan iemand had gevraagd om op de wagen te letten (???). Hij nam ons dan mee naar wat voor de Indiërs de geliefkoosde spot is voor romantische films en jonge tortelduifjes op huwelijksreis. Een park, een vierde van de oppervlakte van Boom park, met grasvelden, een aantal 'speciale' bomen, ouderwetse bloemenperkjes (met bloemen die 50 jaar geleden bij ons in trek waren zoals dahlia's, petunia's, enkelvoudige geraniums, ...) en hagen met figuurtjes op. Het maakte op ons geen indruk, tot Bani's verbazing. Het leven zoals het hier is: voor de Indiërs is een uitstap naar dit parkje een evenement zoals wij vb. naar Eurodisney gaan.
Op weg naar het spoorwegstation kwamen we een moslim begrafenisstoet tegen. Het treintje van 1899 nemen was de volgende opdracht. Opdracht, want ondanks gereserveerde plaatsen, was er een probleem met de boekingen en keken wij toe vanuit de eerste klasbanken (waar de gids ons in geduwd had) op een heel gepalaver tussen andere toeristen, Bami de gids, en de treinchef en nog een paar andere lokale bemoeizuchtigen. Uiteindelijk mochten we toch met z'n zevenen op vier goede plaatsen zitten, helemaal op het einde van het treintje. Wanneer het geheel vertrok, stapte Bami ook nog in de coupé en propte zich er nog tussen! In elk van de vier wagons stak een wagon-verantwoordelijke een groene vlag naar buiten, als teken dat de conducteur mocht vertekken. Het landschap dat zich aan onze ogen voltrok was mooi, met theeplantages in heuvels en valleien, overal huisjes en terrasbouw, vrouwen die verdorde blaren aan het sprokkelen waren, herders met soms maar één of twee beesten veel rook en stank van de locomotief. Maar de adembenemende zichten die volgens de boeken en de gids zouden te beleven vallen, hebben we collectief gemist. Wel was er een grote ouderwetse en verroeste fabriek, die absoluut niet mocht gefotografeerd worden, want staatsgeheim; alsof er iemand van de Westerse industriëlen in deze primitieve technologie zou geïnteresseerd zijn. Het aankomen in Conoor na 1 uur treinen was wel pittoresk, met een dampende stoomlocomotief en een hele hoop mensen op en rond het perron. Er liep een oude man rond met een oude ijzeren theekan om aan de reizigers door de open ramen thee met melk aan te prijzen. Onze minibus bracht ons naar het hotel, een eindje buiten de stad temidden van het woud in een valleitje. Het hotel is eigenlijk een verzameling van luxueuze bungalows en gebouwen, op de steile helling van de flank, met het geluid van een bergriviertje wat lager, en beschaduwd door talrijke bomen. Een zwembad met watervalletje en bijzonder veel accomodaties. Maar bovenal apen die zich tot minder dan een meter van ons langs de wandelpaden begerig naar onze tassen kijken. Het avondeten zou pas vanaf 20 u 30 opgediend worden, zodat we nog een drietal uur voor ons hadden, maar het wachten was de moeite waard. Ruth-Marie, Marie-Elise, Judith en Manu zwommen, terwijl Christel met de benen in het water in de reisgidsen las, Nathan computerde en Anne-Sophie op het terras Portugees studeerde en terzelfdertijd op de drogende kleren lette, zodat er toch geen aap mee weg zou zijn. Na een heerlijk avondbuffet met onder andere ijs als dessert, vielen de meesten - onder luid gekrekel buiten - als een blok in slaap. Toch nog een pittig Indiaas detail: bij het inchecken had men ons beloofd om een paar citroenen te brengen (voor in de thee) en in één van de drie bungalows een derde bed te komen installeren. Toen dit na 3 uur nog niet was gebeurd, belden we licht geërgerd naar de receptie. No problem. Teruggekomen van het avondeten, vonden we een plooibed, met lakens, kussen, deken en handdoek voor de buitendeur, die nochtans speciaal daarvoor was opengelaten. Het efficiëntste is dan om zelf het bed naar boven te dragen en zelf op te stellen, (en bijna stukgemaakt) al kunnen wij ons zulke toestanden in ons land niet indenken. Een citroen hebben we zelf uit het restaurant meegesmokkeld. No problem.
Er is hier geen internetverbinding, zodat we ons verslag maar aanvullen, in de hoop de tekst morgen te kunnen posten op de 'blog'.

1 opmerking:

tricky1906 zei

Boeiend geschreven. Knappe reis.
Groetjes aan iedereen !
Patrick