Vrijdag 10 aug: Delhi
We reden met de trein langs de sloppenwijken van Delhi, waar mensen óp en ín vuilnishopen leven en hun eten zoeken, naakte kindjes, in het beste geval een hutje van enkele stokken met een stukje plastic over, net hoog genoeg om in te slapen op de vuilbeltgrond. Stank. Hitte ... In het station zaten er meer daklozen op de grond dan dat er treinreizigers rondliepen. Een Indische 'representative van Hi-Tours' met stropdas en een flanellen hemd (in deze hitte!) stond ons op te wachten en begeleidde ons naar het busje. We beslisten om onmiddelijk met de 'sightseeing' van Delhi te beginnen, zodat we eens ingecheckt in het hotel vrij zouden zijn. Op de suggestie van de gids om het Nationaal Museum met zo'n 200 000 Indiase voorwerpen gingen we niet in, dat zou voor de kids teveel van het goede zijn. We kozen bewust voor het Gandhi National Museum, om hen meer met het verhaal van deze vreedzame man van wereldbetekenis te laten kennismaken. We hadden voordien de Rajgat bezocht, een zwart granieten gedenksteen op de plaats waar Ghandi gecremeerd was. Die steen stelde voor ons niet zoveel voor als voor de blootvoets (wij ook) rondlopende Indiërs daar, die even kwamen bidden voor de steen, waar een 'eeuwig' vuurtje voor brandt. Het Gandhi museum was een schot in de roos. Alles, alles was er gedecoreerd met slingers van aanééngeregen oranje 'stinkerkes' bloemen, duizenden meters bloemenkransen. In de tuin en de gebouwen lazen we belangrijke uitspraken van hem, zagen we foto's, het weefgetouw, zijn brilleke en stok. In de tuin liep een met zijn voetstappen in steen gebeeldhouwd pad tot de plek waar hij is doodgeschoten in 1948. Het museum bood een kindgerichte uitleg aan via vitrine's met Ghandi's leven, in miniatuurpoppen voorgesteld: het treinincident door het apartheidsreginme van Zuid-Afrika, de zoutmars, het ambachtelijk weven van stof en de verbranding van de kleren van Britse makelij, de geweldloze mars, de besprekingen met The Queen in London, het overlijden van zijn echtgenote in gevangenschap en de moord op Ghandi. Op de bovenverdieping stond een, voor Indië blijkbaar 'high-tech' en kidsgerichte uitleg over Ghandi oa. Zijn leven getekend door kinderen in een kaleidoscoop verwerkt, of een bord waarop bekende mensen stonden en door met een corresponderend popje erop te wrijven, verscheen hun waarderling voor Bapu. De moeite! De film zullen we zeker nog eens samen bekijken thuis na boterhammen met choco. Want de heimwee naar bokes met choco blijft, hoewel idereen er meestal in slaagt iets uit het menu te kiezen dat hij/zij vermoedt te zullen lusten én als 't tegenvalt is er de buitengewone solidariteit om de lekkerste gerechten te delen. We wennen aan de vreemde kruiden, zelfs al wat aan de koriander en gember. Om beurten heeft er wel iemand buikkrampen met niet nader te omschrijven 'afloop', ondanks het feit dat we zeer voorzichtig zijn in wat en waar we eten en drinken, en in het handen wassen en nagels zeer kort geknipt houden. In een superdeluxe hotel namen we een heerlijke en noodzakelijke douche. Nathan bleef op de kamer (zat de foto's op de computer te sorteren om ze op een site te zetten, site die hij aan het ontwikkelen is) en wij trokken even de moderne hoofdstad in. Een sjieke Addidas winkel met bewaking wisselde af met schofele kraampjes drank en etenswaren of met mensen die hun waren op de grond uitstalden. India, een chaotische mengelmoes van westerse invloeden. Plots vertoonde zich aan ons oog een sjieke patisserie! Onweerstaanbaar! En we besloten meteen dat we van al die lekkernijen ons avondmaal op de hotelkamer zouden maken. Donuts, zoete coeur-koeken, amandel- en walnotengebakjes, een chocolade-chips-cake en een grote uiterst zoete met een veel te gesuikerde op choco lijkende crème besmeerde chocoladetaart. Het aards paradijs moet ongetwijfeld zo'n ervaring zijn. Op tijd in bed, want morgen moeten we weer vroeg uit de veren.
Zaterdag 11 augustus, met het vliegtuig naar Bangalore.
Een zeer gevarieerd ontbijt met zowel continental breakfast als indian breakfast gerechten, de eerste keer zelfs Hollandse kaasstukjes! Om 7 uur met ons minibusje vertrokken om tegen 8 uur in de luchthaven aan te komen. Kleine hall, in vergelijking met Zaventem of Londen! Het inchecken verliep zeer vlot met vriendelijke mensen achter de balies en in de hall. Dan was het wachten en wachten in overvolle wachtruimte's. Er is hier geen taxfree shopping, zodat dit onze tijd niet kon helpen verdrijven. Er werd dan maar gelezen of gespeeld op game-boy ed. Bij de security check rees er een klein probleem: in de laptop zak van Nathan zat een memory stick van Manu, welke in een klein Zwitsers zakmes is gemonteerd. En dit laatste is natuurlijk strikt verboden op de vlucht. O ramp, want die memory stick is belangrijk voor ons! Christel stelde aan de verantwoordelijke Indische officier voor om het mes zelf uit het geheel af te breken, wat de vriendelijke man dan gedaan heeft, tussen de deuren van zijn bureelkast, en het heeft hem wel 5 minuten tijd gekost. Maar onze USB stick was gered. Dank u 'mister'! Met de bus naar het vliegtuig, en zoals we zien als één of andere regeringsleider ergens landt, zijn wij ook vanop de tarmak in het vliegtuig gestapt: een Boeing 737 van JetAirways. Zoals bij de vorige vlucht is de service op en top en zijn de mensen super vriendelijk. Het eten was Indisch en volgens Christel en Manu best lekker. De kids waren minder enthoesiast. We lazen de Hindoestan Times en een andere lokale krant. Er stond een artikel dat een meisje gehospitaliseerd was na stokslagen door de leerkracht. Slechts 6 jaar geleden is door het Delhi's hooggerechtshof de stok uit de klassen verbannen. Er is hier een hele polemiek rond, die breed werd uitgelegd in de krant. Ook lazen we dat 77% van de Indiase bevolking arm en kwetsbaar is. Het rapport vertelde dat 6,4% van de bevolking met minder dan 9 Roepies per dag moet leven. Eén euro is 50-55 Rs waard. Na 2u20 minuten landde het vliegtuig in Bangalore: bewokte lucht, 'slechts' 26 graden, best aangenaam, en niet te vochtig. De valiezen waren er weer alle vier en we stapten naar buiten. Na even zoeken en wachten liep er een kleine breeduit lachende Indiër naar ons toe om ons allemaal hartelijk de hand te schudden: 'Manu Henckes, I presume?'. Wij hadden ons geplastificeerd blaadje met 'Hi-tours, Henckes' voor ons gehouden. De man was warm en kwam onmiddelijk heel sympathiek over. We hebben een zelfde type busje als in het noorden. De chauffeur is een vrij donkere wat stevigere man met een oranje-rode streep op zijn voorhoofd. De gids stelde zichzelf onmiddelijk voor, hij noemt Bani en de chauffeur Mooty (or something like that – 'inside joke'). Hij vroeg ons naar onze namen en hoe het met ons is. Een heel andere houding dan de vorige gids. Wij reden naar het hotel, weer een heel sjiek (en duur?) hotel, waar we 2 nachten zouden blijven. Hij kwam mee naar de kamers – deze keer drie tweepersoonskamers, waar in één ervan een bed wordt bijgezet: voor de eerste maal hebben we 7 bedden ! Luxe, nietwaar? - en zette zich en vouwde een map open met een kaart van Zuid-Indië en overliep het programma. Bangalore is niet echt zijn geliefde stad, het verkeer is er overdruk, en moeilijk, want éénrichtingstraten worden soms plots geopend in de andere richting en omgekeerd, er zijn overal werken aan de gang (wolkenkrabbers in gewapend beton rijzen overal uit de grond). De stad komt wel modern over, zelfs wat Westers. We zien nauwelijks koeien op de straten, het is er hier en daar zelfs proper, brede lanen, sjieke wijken. Maar later zouden we ook sloppenwijken zien, die niet beter zijn dan die van Delhi. We namen dan via de GSM van onze gids contact op met Sister Nisha, de verantwoordelijke zuster van de 'National Domestic Workers Association' in Bangalore. Zij hadden nu deze namiddag 'vrij' en konden gerust tijd voor ons maken en zei dat we hartelijk welkom waren. Het was blijkbaar vrij moeilijk om de weg naar hun huis uit te leggen, zodat Bani vroeg of ze iemand kon sturen naar ons supersjiek hotel, om ons dan naar daar te begeleiden. Dat zou geen probleem zijn, maar wij voelden ons toch wat verveeld met die gang van zaken. Een half uurtje later was er bericht dat er iemand voor ons was. Een minzame, stil (en onduidelijk) sprekende Indiër in een stijlvol zwart-wit hemd met zwarte broek zat in de lobby en stelde zich voor als 'brother Jerson'. Hij is een priester (christelijk) die in het project werkt en hij stapte mee met ons in de bus naar de buitenwijken van de stad te gaan. De stad is echt enorm uitgebreid en het verkeer is er even druk als in Brussel of Antwerpen. En we mogen nog van geluk spreken, want het is zaterdag en dus rustig. Onderweg legde hij ons uit dat hij van opleiding sociaal assistent is en dat hij nu een bijkomende opleiding volgt om psychiatrisch 'verpleger' te worden. Peter (zoals zij Prof. Peter Adriaenssen noemen) is hier oa. aan hem en anderen komen onderricht geven over traumabegeleiding bij kinderen. Zij staan namelijk op het punt om (over enkele dagen) een nieuw huis te openen voor de opvang van getraumatiseerde kinderen – gered uit de kinderarbeid als 'domestic worker'. Het is het eerste zulke huizen in Indië. Overal elders worden kinderen opgevangen en geholpen via andere weeshuizen en naar bestaande instellingen doorgestuurd. Het huis is pas gekocht en wordt nog verbouwd. Er wonen sedert een paar dagen twee zusters in. Een oude 'gepensioneerde' zuster die we later zullen ontmoeten. Anne-Sophie's commentaar: het is echt zo dat ik mij een oude Indische zuster zou voorstellen: een brilletje, heel donker, wat krom en super vriendelijk. De andere zuster is ongeveer in de vijftig en even vriendelijk. Maar eerst kwamen we aan in het 'bureau' van de NDWA waar we sister Nisha ontmoetten. De vriendelijkheid en sympathie zelve, nog jong (minder dan 40 jaar is ze zeker), vlot sprekende zuster. Zij ontving ons met fruitsap en zoute bananenchips, waar de kinderen graag van smulden. Er waren geen kinderen in het huis, maar zij vertelde over de werking, zowel naar volwassen 'Domestic Workers' als (vooral) naar de kinderen, de zogenaamde 'huisslaafjes', die ze – van zodra ze er één ontdekt hebben – onmiddelijk 'bevrijden', want kinderarbeid is verboden, en opvangen. Er zijn veel sociale, juridische maar ook veel psychologische en medische aspecten aan. En daarnaast oefenen ze druk uit op de regering om tot meer structurele maatregelen te komen. Als we uitleggen aan de kinderen hoe het komt dat kinderen in zulk een situatie geraken, vallen de monden letterlijk open, en vooral Judith reageert emotioneel. Als ze hoort dat sommige ouders, uit pure miserie, hun kinderen verkopen (voor geld!) aan gezinnen die een meid voor alle werk willen, valse belofte's over school en goede zorg zullen daar wel bij horen, dan begint Judith hartstochtelijk te wenen. Zij kan maar niet begrijpen wat ze hoort. Zuster Nisha toont ook foto's, onder andere van straathoekwerk, van toneeltjes (drama) die ze uitvoeren op straat om zowel kinderen als ouderen ervan bewust te maken dat kinderen geen slaven zijn, dat ze naar school moeten, en dat ze zich moeten verdedigen, bijvoorbeeld tegen sexuele en andere misbruiken. Zo maken ze hun werking en hun aanwezigheid ook kenbaar. Dan nodigt ze ons uit om naar het nieuwe huis te gaan, waar dus de mogelijkheid zal zijn om tot 15 kinderen (met psychiatrische posttraumatische problematiek) in een warme omgeving op te vangen en te begeleiden. Zij leggen uit dat ze nauwe banden hebben met een aantal artsen en andere gezondheidswerkers uit het Saint John's (Childrens) Hospital dat blijkbaar speciale ervaring heeft met dit type van kinderpsychiatrie. Ook de hulp en begeleiding van Peter Adriaenssens komt heel dikwijls ter sprake. Christel heeft ook een paar suggesties, zoals over zeer interessante site's en internet-gebaseerde opleidingen in dit verband, waar door brother Jerson met enthoesiasme op gereageerd wordt. Het huis is inderdaad een mooi matig groot huis (naar lokale normen) dat nog leeg staat – ze kregen daags voordien de eerste drie bedden, tot dan sliepen de zusters op de grond – en verschillende schrijnwerkers waren bezig om kasten te maken en herstellingen aan te brengen. Een stuk grond ernaast, verwilderd en vol stenen en puin, dat bij het huis hoort, zal de tuin worden waar de kinderen in kunnen spelen. Onze kinderen zijn toch wat aangedaan van wat ze horen en willen graag een steentje bijdragen tot dit project. Wij hadden al een centje meegebracht voor de zusters en in het bureel al afgegeven, maar we spraken af dat we in naam van de kinderen nog een extra zouden geven 'voor de speeltuin'. Judith was hierdoor opgelucht. Sister Nisha vroeg haar of ze later, als ze groot zal zijn, hier mee wil komen werken, en ze knikte overtuigd van 'ja'! We kregen nog koekjes en zoute snacks aangeboden, en een tasje thee of warme melk. Dan zijn we teruggereden naar het hotel, met sister Nisha en brother Jerson mee in de bus. De gids had zich de hele tijd (beleefd, vermoedelijk toch wat ongeïnteresseerd – wat we hem niet verwijten) teruggetrokken gehouden. Aangekomen in het hotel, zei siter Nisha ons dat ze ons zondagavond nog zou komen opzoeken om ons 'gedag' te zeggen. Wat een vriendelijke mensen. Zij stralen echt Gods liefde uit!
Wij besluiten om nadien in het restaurant van het hotel te gaan eten: het was een buffet met allerlei soorten vooral Indische gerechten, waar we toch van smulden. We proefden van vanalles, lieten soms een paar minder gelukte keuze's op ons bord liggen, en vooral: het dessertenbuffet lieten we niet aan onze neus en smaakpapillen voorbijgaan. We proefden van alles wat. Indiërs maken andere desserten dan wij, maar dat is niet erg. We hadden snel gegeten en konden dus relatief vroeg in bed, wat wel nodig was.
We kochten nog wel een kaart voor 24 u internet gebruik vanuit het hotel, ondanks de 'hotel'prijs die ver boven de prijzen van internet-cafés ed. ligt, vooral om het gemak om het vanuit onze kamer te kunnen doen: de foto's eindelijk uploaden en organiseren op de site die Nathan heeft gemaakt:
http://henckesbouwens.freehostia.com . Via de henckes.be site lukt het nauwelijks, vooral door de meestal slechte en trage internet connecties. We dachten: Bangalore is het centrum van de Indiase IT wereld, het moet van hieruit wel lukken. Maar de WIFI zone is hier niet zo sterk – soms slecht signaal, zodat we even zelfs in de lobby van het hotel moesten gaan typen en doen – en vooral, het is hier geen breedbandconnectie, zodat alles toch tergend langzaam maar kan overgezet worden. Nathan en Manu hebben toch wel wat binnensmonds gevloekt over deze toestand. Daarnaast valt de electriciteit ook hier een aantal keren per dag voor korte tijd uit. Het zijn die korte onderbrekingen die de IT hier aan het wegjagen zijn.
Zondag 12 augustus: dag in Bangalore.
's Nachts is Nathan ziek geworden, met waterige diarree en braken. Hij had veel buikpijn. Medicatie gegeven, maar het was duidelijk dat hij vandaag vooral in bed zou liggen. Het WC-papier wordt aan een sneltempo opgebruikt. Het ontbijt (zonder Nathan) was overigens zeer lekker. Tijdens de maaltijd kwam Bani onze gids er bijzitten. Vriendelijk, maar wij dachten: 'oh nee, hij gaat er toch niet elke maaltijd willen bijzitten?!. Dan volgde er het dilemma: laten we Nathan een paar uur alleen, of blijft er iemand bij? We besloten om toch iemand bij Nathan te laten en we zouden elkaar afwisselen. Manu en Judith bleven hier en werken stil verder aan foto's en verslag en aan tekeningen over Indië en oefeningetjes rond letters en het alfabet respectievelijk. De anderen vertrokken, een beetje bedroefd, voor een bezoek aan een paar mooie monumenten in de stad.
Eerst zijn we een tempel gaan bezoeken, gewijd aan Nandi, de stier van Shiva. De eerste poort met beelden was niet gekleurd, de volgende was beschilderd in alle kleuren en daaronder stond een immense stier in donker marmer (was eerst wit maar door het veelvuldig wassen van het beeld met olie en dergelijke is het zwart geworden). Het beeld (7 x 5,5 meter!) was versierd met gele, oranje en rode bloemen, slingers en belletjes. Langs de achterzijde stond er nog een lingam van Shiva, een bolvormige steen, die ook dagelijks ritueel gewassen wordt. Daarnaast bevond zich een aan Ganesh gewijde tempel, waarin de tempel bedienaar met een kom met vuur rondging waarin de mensen hun handen staken en daarna hiermee hun gezicht aanraakten, als teken van contact met de Godheid. Voor deze tempel bevond zich wat voor ons een oude stenen dierenvoederbak lijkt, maar die dienst doet als kokosnotenbreker: kokosnoten worden hierin stukgegooid, waarna de stukken bijeengerapen worden. Daarnaast reden we naar de Lal bach tuin, de plaatselijke botanische tuin, waarin hét evenement van de week plaatsvond: de '2007 Flower Show'. Stel je hierbij vooral niet teveel voor. Er stonden drie bloemenwerken: één ervan stelde de Taj Mahal voor met rode en witte rozen. Daarnaast leek het alsof we teruggeflitst werden met de teletijdmachine van prof. Barabas naar pakweg de jaren zestig, met begonia's, petunia's, dalia's, stinkertjes (zij noemen dat 'sunflowers'), ... die allemaal de eerste prijs wegkaapten, volgens de Indische bloemenspecialisten. Verder stond in het park de tweede grootste boom van het continent. Dan zijn we gestopt voor een onweerstaanbare McDonalds, die we aan Judith beloofd hadden voor het vertrek naar India. En nu zitten we rond Nathan's bed verzameld, een verslag te typen, te spelen en Portugees te leren ... en te luieren. Om 6 u komt sister Nisha (en brother Jerson) nog op bezoek.
Nota voor zij die een paar foto's, beeld bij de tekst, willen zien: ze staan op de site : http://henckesbouwens.freehostia.com
Wij proberen om de paar dagen onze e-mail te bekijken. Als er problemen zouden zijn met de site of het bekijken van de foto's: laat het dan maar weten (manu.henckes@telenet.be)
zondag 12 augustus 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten