Dinsdag 21 augustus, vervolg:
Op de zandstraatjes, waar we met de riksha doorreden, zagen we mensen de grond voor hun deur met water besprenkelen (tegen het stof) en er in een wit poeder een tekening maken (onder andere tegen insecten). Blijkbaar een veredelde gewoonte van de eertijds gebruikte koeiemest (die zelfs ontsmettend werkt, volgens de gids, allemaal wetenschappellijk !). In het tempelcomplex van madurai was ons ook nog een beeldje van een god opgevallen, dat door de hindoe's wordt gebruikt om een goede bevalling af te smeken, en er nadien voor te bedankan, daartoe smeert men geklaarde boter over het beeld. Verder stond in de tempel nog een bronden (gouden) paal die als vlaggemast-communicatie met de buitenwereld (om te duiden wanneer er een feest was) fungeerde. Wanneer de airco in de bus uitviel en de hitte van buiten binnendrong, gaven de gids en bestuurder geen krimp. Toen we hen vriendelijk erop wezen, keken ze na of de airco niet meer werkte, alsof ze dat niet konden voelen, maar gaven niet aan 'yes, there is a problem'; ze legden zichzelf het zwijgen op. Zo is er voor hen nooit een probleem, en als er één is, zwijgen ze erover. Vreemd volk toch.
Woensdag 22 augustus: naar Thanjavur.
Om 7 uur zaten we aan het ontbijt,w ant het vertrek was door onze gids om 8 uur gepland. Tijdens de 4 à 5 uur durende rit praatten we over de voorbije weken en de verschillen tussen onze en de Indiase cultuur, mentaliteit en de verschillen tussen Noord- en Zuid-Indië die we in onze ervaring met de gidsen Joshi en Bani konden terugvinden. Het Noorden van Indië, meer bepaald Rajastan, telt een veel rijker historisch (goed bewaard) verleden. De gis uit het Noorden was als tot de Brahmin kaste behorend, een veel conservatievere Hindoe (kaste man). Bani, onze gids in het Zuiden, behoort niet tot de Brahmin kaste. Tot welke kaste wel, zei hij niet spontaan, en ernaar vragen leek ons niet gepast. Hij stelde bij de eerste kennismaking meteen zijn bestuurder met naam aan ons voor en praat er voortdurend mee in het hindi, in tegenstelling tot de Noord-gids, die slechte het nodige met de 'driver' besprak en vanuit de hoogte met hem (zoals met bijna iedereen) omging. Bovendien zijn hier tussen de staten wel verschillen en de staat Tamil Nadu, waar Bani uitkomt, staat niet zo hoog aangeschreven. Bani leerde pas engels in zijn hogere studies toerisme, hij volgde les in een 'public school'. In Mudumalai waren we tijdens het schoolontvangst zo vrij geweest om eens in de schoolboeken te zien. Het schrift is voor ons 'chinees' en lijkt op het arabisch. Daarnaast leren de kinderen enkele engelse woorden lezen en schrijven (in ons schrift). Het lijkt ons voor die kinderen heel complex om op jonge leeftijd twee talen te lezen en vooral dan het schrift te leren lezen en schrijven. Als we bedenken hoeveel moeite kinderen in het eerste leerjaar hebben om ons schrift te leren ontcijferen ... Pet af voor deze mensen! By the way op de geldbriefjes vind je woorden in ... verschillende schriften (corresponderend met talen die in India gebruikt worden), écht geen teken ervan lijkt ons hetzelfde. Voer voor taalfreaken ...
De volgepropte bussen die soms scheefhangen naar één kant, trokken onze aandacht. Er rijden hier niet zoveel bussen, en dus als er één voorbijkomt propt men ze vol, erger dan sardienen in een blik. Soms hangen er nog een hoop mensen uit de deur en soms zelfs aan de ladder achteraan. Vele public-school-kinderen nemen deze bus; naar sommige private scholen rijden private bussen.
De eerste halte is bij een 'openlucht' touwmakerij langs de weg. Het touw wordt gemaakt van de schors van de in Europa gekende kokosnoot. De gedroogde schors wordt geplet (soms door ze op de baan te leggen zodat er auto's over zouden rijden) en tot draden gesponnen en gedraaid. De kokosblaren gebruikt men als dakbedekking, de vrucht om te drinken en te eten, en om olie van de maken en het hout wordt ook verwerkt: kortom een kokosboom is multifunctioneel. De kids deelden balpennen, snoepjes en zeep (en tandenborstel-kit) uit. De gids gaf geld. Dat hoort zo. We voelen ons soms net de Sint, een gemengd gevoel, maar we spelen het spel mee. Dat doen wij met Pasen en de Sint toch ook!? In deze streek bemerken we aan de grenslijn van een dorp telkens een Aiyaranja tempel, om het dorp te beschermen. De bus ruikt naar de jasmijn slinger die de bestuurder kocht in de 'jasmijnstad' Madurai. Dagelijks wordt 1 ton jasmijn overgevlogen naar Frankrijk. Een wagentje met stukken takken en tronne bananenplant bleek geen bananenboer te zijn op weg naar de markt, maar om de deurlijst van het heuis van een pasgehuwd stel mee te decoreren als teken van vruchtbaarheid. Onze 'rijst gooien' bij huwelijken zeker ?
Trichy oogde zeer proper, naar Indische norm wel te verstaan. Eerst bezochten we een begrafenisceremonieplaats aan de heilige rivier de Cauveri. Zestien dagen na de dood van een geliefde brengen verwanten hier een potje van de as mee naartoe. Ze wassen zich eerst ritueel. Sommigen laten hun hoofd kaalscheren om iets af te smeken en offeren hun haar als dank voor 'bewezen diensten'. Mensen zoeken dan een priester uit op het pleintje. Diverse priesters zitten er, in een enkeldoek gekleed, met voor hen tal van potjes en kleurrijke poeders en een vuurpotje. Terwijl de priester mantra's afdreunt, lopen de mannen rond een vierkant achter elkaar. De eerste draagt een schaal met onder anderen een banaan op. Ze geloven dat de overledenen nu zijn karma bereikt heeft. Vrouwen staan in groep apart. Daarna gaan we de mannen met nieuwe gewaden (lendedoek en hemd) naar de tempel van Ganesh om voorspoed af te smeken. Er is op deze plaats ook een winkeltje waar de nieuwe kleren en andere kunnen aangekocht worden.
Het Srirangam tempelcomplex ligt op een eiland tussen 2 rivieren en beslaat zo'n 60 ha! Immens groot. 7 Concentrische muren met telkens binnenplein een groteske tempelpoorten (gopurams) die met allerlei beelden versierd zijn, leiden naar het heiligste: de gouden tempel. Ons busje reed ons door de eerste 3 gopurams (poorten), tussen de muren bevonden zich huisjes en winkeltjes, waar enkel Brahmanen wonen, en die instaan voor de tempel en de eredienst. We maakten kennis met een lokale gids die ons een rondleiding in dit indrukwekkende en op een met 7 versterkte muren oninneembare burcht lijkend tempelcomplex. Complex, want binnenin bevindt zich niet één tempel, maar meerdere. Hoe stel je je die best voor? Een zeer grote muur, waarin aan de noord, oost en zuidkant telkens één hoge (tot 73 meter) zo'n 14 verdiepingen hoog inkom-torengebouw waarbovenop een vlak gelegde versierde ton prijkt. Zo heb je 7 muren met 3 poorten, dus 21 gopurams. Vanop het dak van de duizendpilarenhal hadden we een goed overzicht. 't Sint Pieters plein is echt niks hiertegen. De muren waren wit-rood gestreept geschilderd, als teken van Parvati (rood) en Vishnu (wit). De beeldjes op de gopurams, (olifanten, mannen, vrouwen, apen, goden, ...) werden allen in 2000 in felle kleuren geschilderd (wij zandstralen onze door de regen bevuilde gebouwen). Eén is er volledig met witte olieverf geschilderd, de poort van de vrede. Zeer veel pelgrims komen hiereen; voor 200 ervan biedt de tempel eten aan, waarvoor ze uren in een rij aanschuiven. We zagen de paradijspoort (als je hierdoor stapt, kom je later zeker in het paradijs – de poort is maar een paar dagen per jaar geopend) en het plekje om de hoed, dat laat geloven dat als je vanop die plek in een welbepaalde houding de poort kan zien, je 't paradijs binnengaat. We probeerden. Onmogelijk! We kregen nog beeldjes met de 10 incarnaties van Vishnu te zien (een vis, schildpad, varken, leeuw, dwerg, 3 rama's (waaronder de 7de de apehoofd-god) en het paard als toekomstige 10de incarnatie, als apocalyps). Omdat ze een wit paard als teken zien van de komende apocalypsVishnu, stond er ook een echt wit paard in een stalletje in de tempel. Een wit paard waarop ze met hun kleurpoeder gele vlekken hadden gezet, gewoon om te versieren. Zoiets zou Pipi Langkous nog niet doen! De Westenpoorten zijn hier afwezig (in Madurai gesloten) omdat de achterkant vand e 5 cobra's die het hoofd van Vishnu beschermen, naar het Westen gericht zijn, en je komt niet langs achter binnen hier, dat is onbeleefd. Nog een pikant detail: één van de met duizend zuilen overdekt plein, wordt één keer per jaar gebruikt voor een feest, daarnaast is het een opslagplaats en een bekakte en bepiste stal, die dienst doet voor de dieren die de pelgrims aan de tempel schonken. Wij liepen dus op blote voeten (in elke tempel moet je bij het binnengaan je sandalen uitdoen) door de natte en verdroogde uitwerpselen van heilige koeien. Voor hen was dit een deel van de rite waarschijnlijk, wij konden onze walging niet onderdrukken. Tenslotte wees de gids ons op een klein beeltenisje met duizenden 'Yale'-sloten, die er aan elkaar van boven naar beneden hingen. Dit dient blijkbaar voor mensen met stuipen (epilepsie?) die hier dan een aantal keren met een metaal in hun hand (het slot ?) moeten rondlopen. Als ze dan voelen dat hun ziekte verbetert (dat voel je blijkbaar in je lijf, na een aantal omwentelingen rond het beeld), dan moet je het slot vastmaken aan het beeld, en de sleutel aan de priester geven (die deze vermoedelijk in de offerbak gooit). Dit slot dient om het probleem af te sluiten en het bekomen resultaat dus te bewaren.
Na het bezoek aan deze tempel zijn we nog naar een bronssmederij gaan kijken: een familiebedrijfje in een achterbuurt van de stad, waar op ambachtelijke wijze bronzen beeldjes worden gemaakt. Een man zat aan een blaasbalg een vuur gloeiend te stoken, een andere zat op de grond een figuurtje (Ganesh, de god met olifantekop) te boetseren in bijenwas vermengd met een hars, en de vader zat met een ijzervijl een half afgewerkt koperen beeldje af te werken. Een andere man, de baas en broer van de boetseerder toonde ons hoe ze dit doen. Het wassen beeldje wordt volledig omgeven door klei, en gebakken in de oven. Door de hitte verdwijnt de hars en heb je een 'negatief', waar ze dan vloeibaar brons in kappen. De man deed het ons voor. Een minuutje later gooide hij dit in een emmer water, dat direkt begon te koken en te sissen. Na een paar minuten kon de man het klompje al vastpakken en klopte hij de klei weg: en daar verscheen een gezicht van één van de godheden, in ruwe vorm. Hij vijlde er een beetje op en liet dan daarnaast een identiek afgewerkt stuk zien: dat laatste zag er schitterend mooi uit, maar het was eraan te zien dat er nog flink veel werk aan was. Allemaal heel primitief, die mensen werken heel hard. We gingen dan rondkijken in hun toonzaaltje. We zagen veel mooie dingen, maar niets om te kopen en mee te nemen. In hun 'werkplaats' stond wel een olifantje, in brons, dat er op 't eerste zicht niet fantastisch uit zag. Gezien Manu op zoek was naar een olifantenbeeld om mee te nemen, keken we toch eens van dichterbij naar dit stuk: bleek dat de olifant bestaat uit een twintigtal Indiase danseressen, vrij gedetailleerd ge'boetseerd' en samen de olifant vormend. Hoe meer Manu er naar keek, hoe liever hij het zag. Dus : verkocht. De oudere man had een halskraag om en Christel vroeg wat er scheelde. Blijkbaar veel hoofdpijn en nekpijn. Zij dook in de koffers en we hielpen de man met wat pillen Dafalgan en Voltaren. Ook de hoofdman liet Manu dan zijn hoofdhuid zien: hij werd door psoriasis geplaagd. Het was nadien wel nodig om een paar zaken op papier te zetten voor die mensen, om te weten wat het eigenlijk was en hoeveel pillen mochten gebruikt worden per dag. Een andere broer had blijkbaar geen 'bier gedronken' van bronswerk maar was schilder. Wij zijn bureautje binnen, waar hij ons toonde hoe hij verf maakte, en Judith een tekening van een olifant (schitterend gemaakt) gaf. Een echte artiest, in bloot bovenlijf, met een te grote bril, maar heel enthoesiast over zijn werk en met heel mooie tekeningen. Daarna naar het hotel in Tanjore. Een sjiek en relatief modern ding, waar we met koude natte doekjes en frisdrank werden ontvangen. Met de bakkende hitte buiten doet dit echt goed; heerlijk gewoon! De kamers zijn niet echt groot maar luxueus. Alleen spijtig dat de matrassen dun zijn en op een 'plank' als bed'vering' liggen. We merken een groot zwembad in de tuin, met helder water en een 'watervalletje'. Er is hier 'free' WIFI internet. Gevolg: Nathan achter de computer en de meisjes allemaal hun zwempak aan om te gaan zwemmen. Het avondeten was super lekker en gezellig.
Donderdag 23 augustus: Tanjavur (Tanjore)
Om 3 uur 's nachts werden Nathan en Anne-Sophie er door Judith op attent gemaakt dat er een vleermuis in de kamer vloog. Je kunt je de schrik misschien niet echt voorstellen, Judith was echt bang na de duikvluchten vlak boven de bedden van het nachtdier. Nathan behield zijn koelbloedigheid, deed het raam open en kon het beest naar buiten jagen. Dat kom je bij ons toch niet zo gauw tegen! 's Ochtends schrok Christel van een 10 cm lange hagedis op de muren van de kamer. Ook dit beest werd vriendelijk maar beslist de deur gewezen. Het is hier een echte zoölogie! Om 9 uur vertrokken we naar de Shiva-tempel van Brihadishvara. Het is weer een vrij groot complex, (minder groot dan de Srirangam tempel), maar de hoogste en de afmetingen hebben allemaal te maken met het voor de Hindi magische cijfer 9: dwz 108 lingams, 1008 stieren op de muren rondom, 63 meter lang en 54 m breed, en de hoogte van de tempel was 63 meter, waarboven een koepel uit één stuk marmer van 80 ton. Deze tempel was niet beschilderd, maar het vuil van de zure regen en vervuiling was er recent afgeschuurd. Dit maakte dat het beeldhouwwerk op de tempelgebouwen veel beter tot zijn recht kwam en dat we ons de omvangrijkheid van het werk beter konden voorstellen. Alvorens deze tempel te betreden deden we (natuurlijk !) onze schoenen uit, en gaven dan een muntstuk aan de lokale olifant, die dit met zijn slurf aannam, dan deze slurf op ons hoofd legde als zegening, en dan het muntstuk aan zijn baasje overhandigde. Het gevoelen van zo'n slurf op uw hoofd en de adem van dat dier in uw nek is echt wel bijzonder. Anne-Sophie vond het maar niks om zo begroet te worden, Judith weende van de schrik, maar heeft de zegening nog op het einde van het bezoek gekregen, en Christel lachte zich een breuk. Vervolgens begaven we ons in het tempelcomplex waarbij we eerst de tweedegrootste nandi (stierenbeeld) van Indië konden zien, het rijdier van Shiva. Links en rechts naast de hoofdtempel bevonden zich een tempel ter ere van Ganesh (u ondertussen gekend), de olifantenzoon, en één ter ere van Muruga, de tweede zoon van Shiva en Parvati. Ook nog een tempeltje ter ere van Parvati, waar we getatoueerd werden in het rood, de kleur van de godin. In de Shiva-tempel mochten we de grootste lingam van Indië aanschouwen en kregen we na het vuur aangeraakt te hebben, door de tempelbedienaar een witte streep op het voorhoofd. We kochten ook nog kleine geklaarde-boter kandelaartjes die we mochten aansteken bij een ander beeldje, en de wens van ons leven doen. Deze komt zeker uit! Judith merkte op bij het verlaten van de tempel dat de kinderen in de klas wel raar zouden opkijken als ze bij de meisjes een bolletje en bij de jongens een streepje op hun hoofd zou aanbrengen. Het verschil met de vorige tempel was dat deze veel rustiger, serener en met minder volk te zien was. Er waren bijvoorbeeld geen kraampjes en verkopers in de tempel. Onze gids, Bani, vertelde ons nog het verhaal van waarom er geen tempels aan Brahma gewijd zijn, nochtans de 'eerste' god, want hij die alles in gang zette. Aan de hand van een uit steen gehouwen afbeelding van het verhaal vertelde hij dat Brahma en Visjnoe bij Shiva kwamen omdat ze ruzieden over wie van de twee de grootste was. Shiva af hen een opdracht: Brahma moest Shiva's hoofd aanraken, en Visjnoe Shiva's voeten. Visjnoe veranderde zich in een aardvarken maar moest bij Shiva komen opbiechten dat hij diens voeten niet gevonden had. Brahma had als adelaar vermomd een hoge vlucht genomen en zag een bloem van Shiva's hoofd uit de lucht vallen. Brahma dacht de slimme uit te kunnen hangen en vertelde aan Shiva dat hij diens hoofd had aangeraakt en als bewijs ervan liet hij de bloem zien. Maar Shiva had hem door en als straf voor zijn leugen, zou hij in India nooit een tempel ter zijner ere krijgen en zou men hem niet aanbidden. Dit verhaaltje als voorbeeld van de vele traditionele verhalen van het Hindoeisme, het ene al onwaarschijnlijker dan het andere. Verderop stond er een man naar de zon gericht te bidden: hij aanbad Indira, de zonnegod. Als we dan aan de gids vroegen hoe we deze zonnegod moesten plaatsen ten opzichte van de drie groten (Brahma, Shiva en Visjnoe), dan zei deze dat de zonnegod iets heel anders is!?!
Nog een bezoek aan het marata paleis en museum, met diverse beeldjes waaraan het ene verhaal nog ongelooflijker dan het andere was gekoppeld.
Een frisse duik in het zwembad was welkom om het stof en zweet van ons af te spoelen. 's Middags waren we van plan in het restaurant van het hotel te gaan eten, maar dit was volzet. Dan maar op straat op zoek naar iets om te eten. Het enige alternatief dat we vonden, bleek een klein, typisch Indisch eetkraampje te zijn, waar veel locals een snack of rijst snel verorberen. Wij kochten een groentebaksel, een uienbal en een zoete deegbal, met twee porties citroenrijst en twee porties lokale gemengde rijst. We aten dit op in onze hotelkamer zoals de Indiërs, zonder bestek met de rechterhand. Dit zouden we nooit voor mogelijk hebben gehouden twee-drie weken geleden. We geraken hier meer vertrouwd met de smaken van het eten, en de gewoontes van de Indiërs.
Er was nog iets in petto voor de namiddag: een miljoenenkostende Tamil-Nadu Bollywoodfilm. Onze gids had kaarten laten bezorgen door één van zijn Tanjore-maatjes. Nathan en de twee jongsten bleven op de kamer om te computeren en een Disneyfilm te zien. Woorden schieten tekort om deze ervaring te beschrijven. Vooreerst reed onze buschauffeur bij het binnenrijden van de toegangspoort tot de cinema'hangar', bijna zijn dak van zijn wagen. Een flinke bluts uitgedeeld door het uithangbord waarop de held van het filmverhaal te zien was. Dit was maar een begin. Wij zijn een kwartier te vroeg, en de film is al een paar minuten begonnen!? Je kan je het best de film voorstellen als een hutsepot van diverse ingrediënten als Saturday Night Fever en Grease (veel gedans en zang), spectaculaire en onwaarschijnlijke acties (waarbij de held bij wijze van spreken op zijn eigen 100 man aankan), Superman, de Hulk en de man van zes miljoen verbleken bij de kracht van deze man, humor op zijn Indisch, en een zoetzemerige kitcherige romantische verhaallijn er tussen door geweven. De hoofdrolspeler leek op een kruising van Eddy Wally en Elvis Presley, met om de twee minuten een ander glitterpak aan. We zullen ons voor de rest van onze dagen de scène herinneren van zo'n 30 corpulente mannen met bloot beschilderd bovenlijf, met op hun hangbuik een tijgerhoofd geschilderd. Vervolgens het hoofd van de steracteur. Hilarisch! Het verschil in filmconcept is enorm en maakte dat we soms strijk lagen van het lachen en we vielen van de éne verbazing in de andere. In de zaal vooral mannen, die waarschijnlijk op deze prent afkomen omwille van de voor India uiterst progressieve dansscènes met jonge dames in topje en minirokken, wat hier absoluut not done is. Het publiek zat niet onbewogen maar applaudisseerde, floot en juichten waar nodig. De film werd volledig in de taal van Tamil-Nadu gesproken en niet ondertiteld. Dit betekent dat in de andere staten van Indië ze het gesprokene van de film evenmin verstaan als wij, maar de verhaallijn was voor ons te volgen dankzij de voorbereidende uitleg van Bani. De thema's waren enerzijds overvloedige rijkdom, anderzijds liefdadigheid, politieke corruptie en belastingsontduiking. Het belang van astrologie voor de Hindi (huwelijkskeuze) nam ook een belangrijke plaats in het verhaal. Kortom, je moet het gezien hebben als je hier op reis komt.
Nadien terug in het hotel, liet Christel zich een Ayurvedische massage welgevallen. De gids uit het Noorden had erop gewezen dat dit een 'must' was als je naar het Zuiden trok.
Ondertussen is het half-twaalf. Het schrijven van ons dagverloop zit er op en alle zakken zijn ongeveer klaar om morgen zeer vroeg te vertrekken richting Thiruvanamalai. Nog maar een paar dagen meer, en we vliegen al terug naar de Belgische regens, ... vergelijkbaar met de moesson hier?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten