zondag 19 april 2009

16 tot 19 april: Athene !

Donderdag 16 april:
’s Morgens werd voor onze deur een mandje gedeponeerd, met zeven broodjes, zeven warme ‘tikkeneikes’ en theezakjes, confituur en choco en dergelijke. Na een snel ontbijt stonden we om iets na 8 als eerste onderaan de toegangspoorten voor de Acropolis. Het leger (5 soldaten met geweer, in mars) verliet hun te bewaken nachtpost en wij mochten de Acropolis oplopen langsheen de trappen, poorten, Propyleeën … wat een bijzonder imponerend geheel! Dan bereiken we het pleim et rechts het Parthenon en links het Erechtheion. Hier heeft men, vergeleken met 27 jaar geleden al heel wat heropgebouwd, met respect voor ’t origineel.
We dalen af en beklimmen de Areopagus dat een uitzicht beidt over de Akropolis en de Griekse en Romeinse Agora. Vervolgens wendelen we naar de Griekse Agora, waar het Theseion schittert in eenvoud. We identificeren tal van restanten: ‘tholos, tempel van Apollo’ en onder andere ook een romp-beeld van Hadrianus (de man wiens villa we vroeger in Rome reeds bzochten en die hier ook wel een triomfboog en bibliotheek heeft laten bouwen en het stadium heeft verbouwd om er gladiatorenspelen te kunnen opvoeren). Een oude bekende dus, weins eretekens we in het marmer ontdekken.
Vervolgens stappen we de gerenoveerde stoa van Attalos binnen en lopen over de oude Romeinse Agora naar de Tempel der Winden die de windrichtingen uitbeeldt, als zonnewijzer dienst doet en vroeger ook een waterput ofzo was.
We lopen door de wijk Plaka, en versterken de innerlijke mens in een geadviseerd ‘Trotter’ restaurant waar men ons 18 schoteltjes aanbeidt, om van de griekse keuken in alle diversiteit te kunnen genieten. Tzatsiki (Griekse ‘yoghurtslasaus’) staat hoogste op de ranglijst. Verder ook calamares op twee manieren, Griekse sla met fetakaas, vleesballetjes in tomatensaus, pikante worstjes, met rijst gevulde tomaten en paprika’s, en ga zo maar door. Zeer vriendelijke mensen, en ook de mussen kwamen tot bijna op onze tafel mee’pikken’.
De straatjes van de Plaka (wijk vlak ten noorden van de Acropolis) leidde ons met zijn pittoreske (en toeristische winkels) af van ons doel en we keren terug naar het zuidelijk gelegen Odeon, Theater van Dionysos (waar Anne-Sophie ons wat achtergrond vertelt over het Griekse drama en de Griekse toneel- en podiumkunsten), en het Heiligdom van Asklepios. Die laatste, de genezer met de slang rond zijn stok, is de vriend van de dokters en apothekers. Onbedoeld liepen we de weg terug op naar de toegang tot de Acropolis, dier er op dit uur majestueuzer uitzag door de gouden zonovergoten gloed. Diep ontroerd, bewogen door de grootsheid van dit cultureel erfgoed betraden we de brede treden, poorten langs de Propyleeën, de Athena Niké tempel (ingewikkeld in stellingen). Het Parthenon eist de aandacht evenals het Erechteion en de Kariatidengallerij. Nu hier zo weinig toeristen rondliepen en we de wandeling herbeleefden, drong de immensiteit van dit bouwwerk des te meer tot ons door. We liepen langs de hoge muren en herkenden de Plaka-wijk, de Griekse en Romeinse Agora, de Toren der Winden, de poort van Hadrianus en de tempel van Zeus en tenslotte de theaters van Dionysios en H. Atticus.
’s Avonds na ’t avondeten de kids gewoon “effe chillen” op ’t appartementje en the old ones voorbereiden van de bezienswaardigheden voor de volgende dag. O.a. in functie van de afstand (de metrolijnen bestudeerd) en openingsuren, variatie van de oude cultuur en de Griekstoeristische trekpleisters, een programma ineenstekend dat evenwichtig leek. En op tijd in bed!



Vrijdag 17 april: (lang leve de mama van Lize!)
Met de metro naar het Nationaal Archologisch Museum. De metro zelf even beschrijven: in de halte ‘Acropolis’ zijn enkele beelden tentoongesteld ie normaal in het Akropolismuseum staan, verder een self-ticketing zoals in de meeste metro’s. We nemen de rode lijn naar Omonia, waar we overstappen op de blauwe lijn naar Victoria. Na 10 minuutjes stappen bereiken we het Nationaal Archeologisch Museum. Daar wacht ons de teleurstelling: op Goede Vrijdag gesloten tot 12 uur! Nathan keert terug naar ons appartementje om te studeren. Wij lopen richting Omonia naar de ‘hallen’, een overdekte opslagplaats waar het éne na het andere op mekaar gepropte kraampje vleeswaren aan de haak heeft hangen of liggen. Er liggen op tafeltjes bijzonder veel schapen, lammetjes, ingewanden!, … een bloederig stinkend schouwspel. In de tweede hal ligt er vis in alle soorten, maten en gewichten. Tegenover de hallen is een plein met groenten en straatjes met allerlei soorten boontjes die men ter plekke uit de braadslede haalt. Huizen met snuisterijen (rommel in ’t kwadraat-markt) en kraampjes allerhande. Met enkele zakken verse groenten druipen we af richting appartementje en maken er pasta klaar, genieten van heerlijke groenten en verse aardbeien en zoete watermeloen. Judith, moe van het slenteren, blijft bij Nathan, terwijl wij dapper op pad gaan naar de schatten der oudheid in het Museum: het masker van Agamemnon uit Mycene, een beeldje van de denker uit de prehistorische tijd, een kouros uit Sounion en beelde uit Aegina (Afeatempel), een beeld van Poseidon, de beeldschone ruiter van Arthemison, een (bronzen beeld van een man)febe van Marathon, … enkele van de meer dan 11000 tentoongestelde voorwerpen uit één der belangrijkste collecties ter wereld.
De metro leidt ons naar het Syntagmaplein waar we voor het parlement de wissel van de wacht meemaken.
’s Avonds nog een beklimming van de Phillopapus heuven en de Pnyx en een glimp van de Acropolis ‘by night’: een gouden aanblik.
Op weg erheen zagen we veel mensen, zwart gekleed, met een smalle bruine kaars die ze onderweg kochten bij standjes met bruine (kerk)kaarsen die meestal door kinderen uitgebaat werden. In de kerkjes was het al een ganse dag een toeloop geweest (goede vrijdag). Mensen schoven aan, met een papiertje met de namen van hun dierbaren op, om voor te bidden (waarvoor ze betaalden), verschillende kruistekens makend, buigend en zoenend op ‘iets’ dat in een met bloemen versierde ‘ark’ lag (een soort plank met twee draagbeugeld en daarop een dakje, helemaal met bloemen versierd) en dan naar de priester vooraan die dan luidop voor hen bad. ’s Avonds wachtten alle gelovigen rond de kerk en stapten vervolgens met brandende kaarsjes in processie door de stad, een door de piresters gezongen lijdensweg van Jezus, achter het kruis en de ‘ark’. Op een bepaald moment leek gans Athene onderweg, elk met zijn eigen parochie. Alle straten zaten nokvol. Bij terugkeer van elke processie bij hun ‘parochie’kerk liepen de mensen in en uit de kerk en zetten ze hun kaarsen in grote kandelaars. Om de zoveel tijd grabbelde een ‘kosteres’ een aantal kaarsen weg en blies ze uit. Buiten de kerk was het een gekwetter, mensen maakten er een paatje met mekaar.
Tussendoor genoten we van de verlichte Acropolis, die in het schijnsel van de spots goudkleurig oplichtte.

Zaterdag 18 april – Stille Zaterdag
Omdat we morgen onderweg zijn naar huis en dus weinig kans zullen hebben om de verjaardag van Marie-Elise te vieren, besloten we dat vandaag te doen. Dus: feestelijk ontbijt met enkele kleinigheidjes die we hier vonden: een paasnacht kids kaars met kevertjes op, Winnie de Pooh verjaardagskaarses, snoepjes en een doosje chocolade chips. Kleinigheden, maar het was wel een vrolijk ontbijt. Voor het juwelenmuseum vlakbij ’t appartement, stonden we opnieuw voor gesloten deuren (deze maal omwille van ‘Paaszaterdag’). De werzaamheden in en om het nieuwe Acropolismuseum zijn een race tegen de klok: in mei wordt het geopend (dat is trouwens de reden waarom wij dit museum niet kunnen aandoen) en rondomrond lijkt het nog een echte bouwwerf die voor het publiek beschermd wordt door hekken, waaraan tot voor kort grote spandoeken hingen, sommigen met een voorstelling van de nieuwbouw en anderen met een groot oud Grieks marmeren beeld erop, met een gele veiligheidshelm op zijn hoofd. Het leek ons geweldig om met zo’n doek thuis te komen, dus wij naar de werf om toestemming te vragen aan de bouwtoezichter om een doek (2 x 1,5 m) los te vijzen van het ijzeren geraamte waarop het vastgemaakt was en mee te nemen. En ja hoor: het mocht. Een doek dat hier in Griekenland vele maanden buiten heeft gestaan, dat is vol stof. Je stopt dat best eens in de wasmachine, zeker? Dus in de wasserette (naast ons appartement) propten we het opgevouwde doek in een machine. Nathan, die studeerde, zou er de wacht bij komen houden terwijl hij studeerde.
Wij stapten ondertussen verder, namen de metro en beklommen de weg om de kabeltrein te nemen naar de top van de Lyvatikos berg. Een mooi zicht over Athene beloonde de inspanning. Via het stadspark met speeltuintjes wandelden we richting het oude stadium van de 4e eeuw V.C. dat in 1886 voor de eerste moderne Olympische spelen werd heropgeknapt.
Judith speelde in de namiddag wat bij Nathan, die vlijtig bleef studeren voor het wiskunde examen van maandag. Ondertussen namen wij de metro en kuierden rond in de Monastiraki buurt en langs de kerken Panagia Geogepikos en Mikri Mitripoli en door een galerijtje waar icoonschilders hun winkels-galerijen hebben. De smalle straatjes staan volgestouwd met tafeltjes en parasols, winkeltjes met uitstalkraampjes. Overal vind je illegale verkopers met sjakossen en allerlei prullen als bellenblazers en zonebrillen en parasolletjes (voor de zon!). Slenterend door de drukke straten hielden we onze kostbaarheden in de gaten. De vorige dag was er immers een Frans gezin beroofd van geld en papieren in de metro. Zij hadden ons aangesproken, kort na de feiten, en de radeloosheid op hun gezicht had ons allen aangegrepen. We hielpen hen verder met de telefoonnummers van de toeristenpolitie, ambassace, etc. Iedereen had het verhaal nadien nog wel eens opgehaald: het overkomt je toch beter niet!
In een niet toeristisch koffie en ijssalon genoten we van een reuze ijs (200 – 250 g de man!). Zoals er bij Harry Potter ‘spekkies in alle smaken’ zijn, zo waren er hier ijssoorten in vele smaken: Bounty, Zwitserse chocholade, witte chocolade, watermeloen, … Er werd gelikt, geslurpt, gemorst, … en veel gelachen.
Later op de avond wandelden we langs de voet van het Acropolis bolwerk en kwamen we allemaal mensen tegen die met een lantaart met branderd kaarsje in een welbepaalde richting liepen. ’t Was rond 20.45 u ongeveer. We vroegen aan een groep jongeren naar de reden van de lantaarntjes / kaarsjes. “The plane has just arrived with the fire and we bring it to the church.”, klonk het antwoord. Na veel vragen begrepen we dat een vliegtuig uit Israël vanuit Jeruzalem met vuur in Athene is geland. Dat “Paasvuur” verspreidt zich dan onder de mensen die het naar de Kerk brengen, “want hoe anders komt het vuur van Christus verrijsenis in de kerk”? Het verhaal raakt ons. We kopen een lantaarntje langs de weg en het kaarsje wordt aangestoken. Judith draagt trots het vuru onder ons. Wat hebben die Grieken met vuur? We denken na over de parrallel met het Olympisch vuur dat ook als in een aflossingskoers wordt doorgegeven en het vuur van de Vestaalse maagden.
Even uit de drukte, net aan de voet van de berg, in een steegje met plein, vinden we een restaurant. Het lam, dat normaal pas met Paaszondag wordt gegeten, wordt reeds sinds deze middag ‘aan het spit’ (met de hand te draaien boven houtskool, urenlang!) voorbereid voor de toeristen. We proeven dus graag van het lam en werkelijk zo heerlijk lekker klaargemaakt zullen we ’t nooit nog elders proeven. Niet iedereen is verzot op lam en sommigen kiezen voor moussake, souvlaki, … De garcon schenkt nog een ouzo uit, een naar anijs smakend drankje dat met water wordt aangelengd.
Om middernacht zouden de Grieken vanuit de middernachtmis de stad intrekken en soep met ingewanden eten. Maar toen we begrepen dat die mensen al om 21 uur met hun lichtje naar de kerk trokken en dus dat er daar niet veel stoeltjes meer vrij zouden zijn én aangezien we morgen om 8.30 u al moesten vertrekken (auto inleveren en naar de luchthaven …)

Zondag 19 april (Marie-Elise is 13 jaar vandaag).
Om middernacht (Nathan was nog aan het studeren) hoorden we wat vuurwerk en kwamen de mensen met hun kaarsen uit de kerk, hoorden we kort wat kerkgezang uit de kerk op één blok van hier, en ging iedereen huiswaarts met zijn lichtjes. Er heerste een sfeer in de straat een beetje zoals bij ons met Nieuwjaar. Na een korte nacht stond Christel vroeg op om de zakken verder te organiseren voor de grote terugtocht. Tegen 9 u a 9.30 u de wagen inleveren, hopen dat ze ons dan snel met hun busje naar de luchthaven brengen, om daar tegen 11.25 u op te stijgen richting België (en richting slecht weer?).

Geen opmerkingen: